Sommige mensen vinden Romeinen 8 sowieso het mooiste of meest belangrijke hoofdstuk in de bijbel. Het ís de bijbel. Het evangelie in een notendop.
Het is niet bepaald het makkelijkste hoofdstuk in de bijbel als het gaat om het taalgebruik. Het Grieks, waarin Paulus deze brief aan de gemeente in Rome schreef, is een hele compacte taal. Een enkel woord vraagt in ons taalgebruik dan al vaak een hele bijzin om uit te leggen wat er bedoeld wordt. En dus krijg je snel best moeilijke zinsconstructies.
Maar wie door de soms wat moeilijke zinsconstructies heen leest, ontdekt het geheim van het geloof in Jezus Christus in z’n vele schakeringen.
Soms inspireert het ook muzikanten. Zoals Nathan Hale, die een Acapella bewerking van dit hoofdstuk schreef voor koren. Wij vonden het zo mooi dat we Jolanda Koning vroegen er een vertaling van te maken. We hebben het voor je opgenomen als bemoediging. Als woord van hoop.
WAAROM wij als Tin Speransa dit lied zingen?
Tin Speransa betekent: heb hoop. Wij willen mensen hoop geven door muziek. Dat kan dus met dit lied over een van de meest hoopvolle hoofdstukken uit de bijbel heel goed! Laten we daar nog iets dieper op ingaan:
Hiervoor wil ik je meenemen naar de verzen 20 en 21.
Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, 21 omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.
Dit is de kern (letterlijk de middelste verzen) van dit geweldige hoofdstuk. De schepping heeft hoop gekregen! En wat voor hoop. Lees maar goed: ons wordt vrijheid en luister (letterlijk: glans, waardigheid) geschonken! Wij worden deel van de heerlijkheid van God. Dat doet de Geest met ons. Die hebben we ontvangen om kinderen van God te zijn (v. 15) en als kinderen zijn we onderdeel van alles wat God bezit. Erfgenamen… Wat van hem is, wordt ook van ons… Bizar. Psalm 16 zegt het zo:
In your presence there is fullness of joy;
at your right hand are pleasures forevermore.
Psalms 16:11 (ESV)
Kun je mensen meer hoop bieden dan ‘fullness’. Kun je mensen langer hoop bieden dan ‘forever’? Nee toch?
Dat is waar Romeinen 8 het over heeft. Die hoop… Nog een reden om het te zingen.
Waarom wij het nu moeten ZINGEN?
Tot slot een laatste actuele gedachte. Wij zingen Romeinen 8 in een tijd van Corona. De opname laat ook zien dat we het niet als koor hebben gezongen zoals we normaal op een podium staan. Nee, we hebben het in kleine groepjes allemaal op onze eigen telefoon opgenomen. We stonden ver uit elkaar. Sommigen van ons hebben het gewoon thuis opgenomen. Maar we blijven zingen. Omdat we geloven dat we als Tin Speransa over hoop moeten blijven zingen. Die hoop is groter dan het virus dat rondgaat over de wereld. Hopelijk mogen we straks weer samen, maar ook als dat nog niet mag of kan, dan hoop ik dat we het uithoudingsvermogen hebben om te blijven zingen op minder leuke manieren in de camera van je telefoon of zo. Omdat zingen hoort bij de hemel. Omdat zingen hoort bij aanbidden, omdat zingen hoort bij het Koninkrijk van God.
Misschien overdrijf ik het, maar soms heb ik het gevoel dat Corona ook een geestelijke strijd is. Juist ook omdat het de kerk (en het zingen) zo raakt. Omdat het lijkt alsof juist de kerken haarden van verspreiding kunnen zijn. Als ik satan was, had ik het waarschijnlijk ook zo bedacht.
Laten we daarom het tegendeel bewijzen: dat de kerk juist sterker wordt van tegenslag. Dat economische tegenspoed juist meer mensen doet verlangen naar verlossing en dat wij door te volharden misschien nog wel meer mensen bereiken. Ook als dat in minder leuke omstandigheden plaatsvindt.
Het lied is een gebed geworden waarin we Jezus vragen ons leven te leiden, en waarin we proclameren dat Hij het is die ons bevrijdt. Hij maakt ons zijn kinderen en erfgenamen.
Hier en nu, zijn wij één met God!
Veel luisterplezier!
Tin Speransa